Geconfronteerd met de dood zie je pas in wat er echt toe doet in het leven.
Ik kwam in korte tijd drie teksten tegen die hierover gaan.
- Hoe je als mens verandert nadat je uit je lichaam bent getreden.
- Hoe soldaten aan het front zingeving ervaren.
- Vijf zaken waar mensen spijt van hebben als ze op hun sterfbed liggen.
Ik heb ze hieronder als mini-alinea’s opgeschreven.
Na de dood opgestaan
In de Volkskrant stond een interview met Oud-Zuidasadvocaat Barend Post. Tijdens een operatie aan een tumor in zijn hoofd trad hij uit zijn lichaam en kwam in een andere dimensie terecht.
‘Het voelde als een goddelijke ervaring, maar dan zonder een opperwezen of dogma’s. Het goddelijke was overal, ook in mijzelf. Als een innerlijke bron. Die heeft iedereen, denk ik. Ik realiseerde me ten diepste hoe bijzonder het is dat je een tijdje mens mag zijn. Door de oneindigheid van tijd en ruimte ervoer ik hoe klein een mensenleven is. En ik voelde me dankbaar voor het feit dat ik bestond.’
Daarna was hij genezen van het gejaagde leven, gericht op geld en status. Waarom hecht iedereen zoveel waarde aan het ego en de materie? Hij snapte dat niet meer.
Zijn transformatie naar lichtbrenger kon niet iedereen in zijn omgeving waarderen. Hij verloor vele vrienden en stopte uiteindelijk ook met zijn werk op de Zuidas.
Wat is de zin van het leven aan het front?
Als je elke dag aan het front met artillerie beschoten wordt en je bijna elke dag moet doden om zelf niet gedood te worden, wat doet dat met je psyche?
Volgens Paul Fussel gaat een soldaat door een rationalisatieproces dat die kan sterven. Dit kan in een dag of in weken gebeuren:
Fase 1: Dat kan mij niet overkomen. Fase 2: Als ik niet oppas, kan het mij overkomen. Fase 3: Dat overkomt mij ook en alleen als ik niet aan het front ben, voorkom ik het.
Dat laatste heeft extreme gevolgen.
Je kan een soldaat niet belonen of straffen om aan het front te blijven: Als je elke dag geconfronteerd wordt met de dood, dan heeft materialisme geen effect. En elke straf die je oplegt, voelt fijner aan dan aan het front zitten. Ook hebben abstracte motivaties als ‘vechten voor je land’ geen invloed.
- De meeste soldaten ontwikkelen daardoor een innerlijke motivatie om toch aan het front te blijven en elke dag te vechten voor hun leven en dat van hun medesoldaten.
Die motivatie is kameraadschap.
Zittend in je schuttersputje met je wapen vast bestaat het verleden niet. Net zoals je niet over de toekomst durft na te denken.
Je hebt alleen de drijfveer om deze dag levend door te komen door te vechten voor je kameraden.
Niet iedere soldaat vindt deze innerlijke motivatie.
Supporter (€ 9 per maand)
Neem je petje af!Heb je al een account?Login met Petje.af